Lei Amberboom

Een Lei Amberboom vraagt weinig onderhoud. Wanneer je de boom aanplant in je tuin, zal het scherm nog niet volledig dichtgegroeid zijn, zodat er geen zicht meer door komt. Na een aantal jaar en het juiste onderhoud, zal deze volledig dicht gegroeid zijn en in de lente en zomer 100% privacy geven.
Voor een grotere dichtheid moet je, de eerste jaren, de uitstekende takken in het rek binden. De overige takken, welke niet in het rek vast te maken zijn, kun je afknippen.

TIP: Let wel op met het inbinden van de takken: Doe dit niet met tie rips of binddraad met ijzer. Gebruik binddraad welke hol vanbinnen is. Deze kun je direct mee bestellen en is bruikbaar voor vele klussen in de tuin.

Je kunt de Lei Amberboom zowel in de zomer als in de winter snoeien. Ons advies is om de eerste keer te snoeien in juni/juli. Doe dit wel op een bewolkte dag ivm evt verbranding van de het beschadigde blad en de wonden. Je snoeit dan de dode takken, lang uitstekende takken en de takken die elkaar kruisen. Zo houd je een mooie vorm in de Lei Amberboom.

TIP: Snoei altijd met een schone en scherpe snoeischaar. Na een aantal jaar kun je de Leiboom Amber ook snoeien met een heggenschaar. Hierdoor ontstaan er meer kleine twijgen, welke in de winter meer privacy aan de tuin geven.

Wanneer je de Lei Amberboom net hebt geplant en de grond erg droog is, geef de boom dan 1x flink water. Ook in zeer droge perioden is het goed om de Lei Amberboom regelmatig water te geven. Geef de boom niet vaker dan 1 a 2x per week water. In zeer droge perioden, mag dit 2-3x per week.

De Lei Amberboom staat het liefst op een plaats in de zon/halfschaduw. Aan de grondsoort stelt deze Leiboom nauwelijks eisen. De Lei Amberboom is zeer ziekteresistent en heeft geen last van schimmels.

1. Maak de grond voor het aanplanten los met een scherpe schop. Graaf hierna een ruim plantgat waar het wortelgestel of kluit makkelijk in past. Indien er een harde laag in de grond zit is het beter deze te verwijderen zodat er geen water in het plantgat blijft staan. Zo voorkom je dat de wortels van de Leiboom gaan rotten.

2. Bij bomen met een kluit mag de ijzeren korf of jute zak nooit verwijderd worden. Wanneer je dit wel doet bestaat de kans dat de kluit uit elkaar valt en het wortelgestel beschadigd. Hierdoor vervalt tevens de garantie. Een pot, emmer of plantzak (zwart), moet wel verwijderd worden voor aanplant.

3. Plant de Lei Amberboom op de juiste diepte. De Leiboom Amber mag niet dieper dan de kluit hoog is, geplant worden.

4. Mocht de grond erg nat zijn dan is het verstandig om drainage aan te leggen. Als dit niet mogelijk is, dan kun je het beste de boom iets hoger planten (terpje). De boom staat dan met de wortels voor de helft in het plantgat en voor de helft erboven.

5. Vul nu het gat aan met een halve zak aanplantgrond en de uitgegraven grond, het beste is om dit samen te mengen. Zorg dat alle wortels van de Lei Amberboom bedekt zijn. Stamp voorzichtig de grond rond de boom aan. Geef tevens de boom nu water, zodat de wortels zich vol kunnen zuigen.

6. Plaats vervolgens 2 boompalen naast de boom om scheefwaaien of afscheuren van de wortels te voorkomen. De palen 30 tot 40cm van de Leiboom af zetten. Plaats de palen door middel van een grondboor voor minimaal 1/3 in de grond en sla deze nog is goed na met een grote hamer. Wanneer je ervoor kiest 1 boompaal te plaatsen, plaats deze dan aan de windkant.

7. Verbind nu de palen met de boom door middel van boomband en nagels.