Vlinderstruik

Het onderhouden van de Vlinderstruik is gelukkig niet moeilijk. Waar Buddleja davidii soorten op nieuw hout groeien, groeit de Buddleja alternifolia op out hout. Je snoeit deze soort daarom juist niet in de lente, want dan snoei je de prachtige bloei weg. Als er gesnoeid moet worden, snoei je de Buddleja alternifolia direct na de bloei. Je kunt dan de takken die het rijkst gebloeid hebben afknippen en het jonge hout het best laten zitten, omdat de plant hier het volgende jaar op bloeit. Verder is de lilakleurige Vlinderstruik winterhard, bestand tegen droogte en gedijt de vaste plant in de meeste grondsoorten, wat het een fijne aanwinst maakt. Zorg wel voor een zonnige standplaats en een wat drogere, goed doorlatende bodem, zodat de bloeiende struik zich direct thuis voelt.

De Buddleja alternifolia water geven doe je na de aanplanting en bij aanhoudend warm en droog weer. In de eerste periode na de aanplanting kan de jonge Vlinderstruik voldoende water gebruiken om goed te kunnen wortelen en groeien. Eenmaal geworteld, hoef je alleen tijdens langdurig warme en droge periodes nog extra water te geven. Voor dit type plant is een wat drogere, goed doorlatende bodem het meest geschikt. Te natte grond wordt niet goed verdragen en daarom moet overtollig water zijn weg uit de bodem weten te vinden.

Klaar om de Buddleja alternifolia te planten? Je kunt de Vlinderstruik het hele jaar aanplanten, zolang het niet vriest. De hoge struik kan zowel solitair als in groepen worden aangeplant, bijvoorbeeld in een border of tegen een muur of schutting. Voor de zonaanbidder is het belangrijk dat je een zonnige standplaats uitkiest en voorkomt dat de grond te nat wordt. De Vlinderstruik staat liever in een wat drogere, goed doorlatende bodem. Door gebruik te maken van aanplantgrond creëer je een luchtige en voedzame bodem. Heb je de jonge plant aangeplant in de volle grond? Geef deze dan voldoende water om goed te kunnen wortelen en groeien.