Lei Elaeagnus - Olijfwilg

Een Olijfwilg Lei groeit vrijwel op alle ondergronden. De Olijfwilg heeft graag een plaatsje in de zon, maar ook in de schaduw zal deze Leiboom het goed doen. De Olijfwilg is groenblijvend, zo heeft u dus ook in de winter een mooie groene leiboom in uw tuin. Een Olijfwilg Leiboom kunt u het beste snoeien in maart, na de vorst. U knipt de uitlopende takken op de lei-armen terug tot ongeveer 1 cm boven de tak (wij noemen dit kapstokjes). De takken welke bovenaan het leirek vanuit de stam groeien knipt u terug tot op de stam. Eventueel kunt u in de zomer de Olijfwilg ook nog iets snoeien, mocht hij te wild uitgroeien.

Direct na de aanplant en bij langdurige perioden van warmte en droogte is het belangrijk om deze boom van water te voorzien. Plant u de Lei Olijfwilg in het najaar? Voorzie hem dan de eerste 3 weken, 2x in de week, van water. Geef vervolgens ook vanaf half maart 2x in de week water, totdat u ziet dat de boom goed aanslaat. Daarna hoeft u alleen nog water te geven bij langdurige droogte.

Begin met het graven van een ruim gat voor de wortels of kluit van de Olijfwilg. De Olijfwilg groeit goed op vochtige grond. Gebruik om het plantengat op te vullen wat nieuwe tuinaarde. De Wilg moet u niet dieper in de grond plaatsen dan maximaal 5 cm boven de kluit of wortels. Dit is van belang om het rotten van de stam tegen te gaan. Om het scheef zakken van de boom tegen te gaan raden wij u aan om aan beide kanten van de stam een boompaal te plaatsen. U verbind de boompalen met de leiboom door middel van boomband.

Ziet u er tegenop om de boom zelf te plaatsen?